Leesvoer | Twee SCP rapporten op één dag

Conclusie: het is nou ook weer niet zó slecht gesteld met de ho's en le's

Op zes september publiceerde het Sociaal Cultureel Planbureau twee rapporten over homoseksualiteit. Eén over hoe mensen denken over homoseksualiteit, het ander over homoseksualiteit op de werkvloer. Uit beide rapporten komt één ding duidelijk naar voren: we voelen ons onveiliger dan in werkelijkheid nodig is. MVS dook dieper in de ellenlange rapporten... Een samenvatting!


Het eerste onderzoek bekijkt hoe homovriendelijk Nederland is. De onderzoeksresultaten laten zien dat ons land erg vriendelijk is voor de roze gemeenschap.

Het andere onderzoek richt zich specifiek op veiligheid op de werkvloer. Dat onderzoek is opmerkelijker, aangezien het gaat om de beleving van mensen in relatie tot incidenten. Daarbij kwam uit het tweede onderzoek duidelijk naar voren dat de nu beschikbare gegevens eigenlijk niet voldoende zijn om conclusies te trekken.

Overgrote meerderheid heeft geen probleem

Uit het eerste onderzoek, 'Acceptatie van homoseksualiteit in Nederland 2011', blijkt dat maar liefst 87% van de bevolking geen probleem heeft met homoseksualiteit en dat glb's hun leven moeten kunnen leiden zoals ze dat willen. Geen reden tot angst dus.

Met zoenen in het openbaar zijn er wel wat problemen. Ruim 40 procent geeft aan dat ze twee zoenende mannen aanstootgevend vinden. Vrouwen hebben het wat dat betreft iets makkelijker: een krappe 30 procent heeft daar problemen mee.

Andere opvallende resulaten uit dit onderzoek waren onder meer dat mensen ouder dan 65 meer problemen met homoseksualiteit hebben dan jongere mensen, de helft van de mensen die vaker dan één keer per week naar de kerk gaan homoseksualiteit echt niet vinden kunnen en PVV kiezers ten opzichte van kiezers van andere partijen ook minder tolerant zijn.

Missende gegevens

Wat opvalt is dat er geen onderzoek is gedaan naar de opvattingen van wat door velen als de grootste probleemgroep wordt ervaren: jongeren van allochtone niet-westerse afkomst. Reden hiervoor is dat er niet genoeg gegevens over deze specifieke groep zijn om daar conclusies aan te verbinden.

Het onderzoek is overigens gedaan door middel van verschillende surveys (vragenlijsten) met een representatieve steekproef. Bij deze vragenlijst is er op allerlei mogelijk manieren gevraagd of en hoe mensen problemen hebben met homoseksualiteit samen met een aantal vragen over leeftijd, opleiding en politieke voorkeur.

Veilig naar je werk

Het andere onderzoek gaat over veiligheid op het werk - en vooral (on)veiligheidsgevoelens op het werk. Wat heel duidelijk naar voren komt uit het onderzoek, is dat we ons onveiliger voelen dan we daadwerkelijk zijn. Tussen de 5 en 20 procent van de respondenten heeft te maken gehad met negatieve reacties. Het grote gat tussen de twee cijfers komt door de manier van onderzoeken.

De kwantitatieve gegevens zijn uit twee onderzoeken afkomstig, namelijk een steekproef van Intomart onder de hele bevolking waar is gevraagd naar iemands geaardheid (het Roze Panel) en een onderzoek waarvan de respondenten zijn geworven via homomedia (de Roze Vragenlijst). Dit zorgt voor een nogal verschillend beeld.

Het onderzoek zelf geeft als reden voor de uiteenlopende cijfers dat in het onderzoek van Intomart waarschijnlijk de mensen minder 'out' zijn dan in de survey waarvoor de mensen via homomedia zijn geworven.

Schreeuwend

Onveiliger voelen

Opmerkelijk aan het tweede onderzoek is dat een aanzienlijk deel van de respondenten in beide surveys zich het afgelopen jaar onveiliger is gaan voelen. Ook hierbij lopen de percentages uiteen van 20 procent voor de vrouwen in het Roze Panel tot 42 procent voor de heren bij de Roze Vragenlijst.

Wat wel overeenkomt is de reden waarom mensen zeggen zich onveiliger te voelen. Het merendeel geeft aan dat dit komt door de negatieve berichtgeving in de media.

Volgens de onderzoekers speelt nog een ander belangrijk aspect een grote rol in de (on)veiligheid gevoelens van de glbt's in het algemeen en de respondenten in het bijzonder.

Bij veel mensen in minderheidsgroepen speelt minority stress (minderhedenstress) een rol. Dit is een vorm van stress die veroorzaakt wordt doordat de betreffende mensen een uitzonderingspositie hebben ten opzichte van hun omgeving.

Stress omdat je anders bent

Minority stress is een specifieke, chronische vorm van stress die alleen aanwezig is bij minderheden. Nu zijn glbt's niet de enige minderheidsgroep in Nederland, maar ze vormen wel een hele bijzondere. Er is dan ook halverwege de jaren negentig een speciaal model gemaakt voor deze specifieke groep mensen door Ilan Meyer, als onderzoeker verbonden aan de Columbia University in New York.

Meyer geeft als specifieke stressfactoren aan dat homoseksualiteit afwijkt van de meerderheid, niet zichtbaar is, het minder wordt gewaardeerd als heteroseksualiteit. Deze drie factoren zorgen ervoor dat er constante stress ontstaat met als gevolg dat mensen zich op dit onderwerp sneller aangesproken voelen en zijn gevoeliger als het gaat om opmerkingen over dit onderwerp.

Nu is het niet zo dat iedere homo last heeft van minority stress, het is alleen door de onderzoekers van het SCP aangeduid als belangrijke oorzaak tussen veiligheid op de werkvloer en de gevoelens daarover.

Niets te vrezen

Uit beide onderzoeken komt eigenlijk naar voren dat we als gemeenschap in Nederland niet echt iets te vrezen hebben. Sterker nog: Nederland heeft het meest homovriendelijke klimaat op verschillende terreinen in vergelijking tot andere Europese landen. Het enige dat nog achterblijft is ons eigen gevoel. Maar misschien kunnen we er door ons er bewust van te zijn dat het allemaal wel meevalt, ervan overtuigen dat we eigenlijk niet bang hoeven te zijn.

Beide rapporten zijn online te vinden op de website van het SCP.

Interessant item?
Via de buttons hieronder tip je gemakkelijk je vrienden en bekenden op Facebook of Twitter!

Geef hier je mening over dit item!

comments powered by Disqus